De TU Delft behoort tot de wereldtop van universiteiten. We staan bekend om baanbrekend onderzoek, excellent onderwijs en innovatieve samenwerking met externe partners. Hiervoor zijn faciliteiten en gebouwen nodig die dit ondersteunen.
We hebben al een campus om trots op te zijn: een living lab waar het goed werken, studeren en verblijven is. Tegelijkertijd zijn veel gebouwen hard aan vernieuwing toe en groeien de studentenaantallen al jaren onophoudelijk. Ook hebben we te maken met veranderende wensen en eisen van studenten, onderzoekers, start-ups, docenten, bedrijven en bezoekers.
Hoe zorgen we voor een toekomstbestendige, maar ook betaalbare campus waarmee we onderzoek, onderwijs en valorisatie optimaal blijven faciliteren? Dat zetten we uiteen in onze campusstrategie.
We vernieuwen de campus. Met afspraken over wat het kan en mag kosten, op de korte en lange termijn. We bekijken wat nodig én wat overbodig is. We investeren in kwalitatieve ruimtes voor nieuwe vormen van onderwijs en onderzoek. Vierkante meters richten we slimmer en effectiever in. En we stoten overbodige gebouwen op onze campus af. Zo besparen we op kosten en is er meer geld om te investeren in topfaciliteiten.
De TU Delft heeft zich door de jaren heen vanuit de stad steeds verder naar het zuiden verplaatst. Een beweging die zich nog steeds doorzet.
Ook nu schuiven we langzaam op. Een aantal gebouwen in het noorden stoten we af. Gebouwen in het middengebied zetten we efficiënter in of worden op een andere manier gebruikt. En wat in het middengebied niet mogelijk is, krijgt een plek in het zuiden.
In 2017 hebben de TU Delft en de gemeente Delft een convenant gesloten, waarin is afgesproken de band tussen campus en stad te versterken. Daarom komt er in het noorden van de campus een betere verbinding en binding met de binnenstad. Met ruimte voor woningen, bedrijvigheid en publieksfuncties.
Zo ontstaat een ’univercity’. Een bruisend leercentrum en een uitdagende en inspirerende plek voor Delft, Rotterdam, Den Haag en de regio. Waar stad en campus op een natuurlijke wijze in elkaar overvloeien.
Niet alleen de campus zelf wordt slimmer ingedeeld. Ook bij de gebouwen kijken we kritisch naar de indeling. Kunnen we functies concentreren, dan doen we dat; met respect voor het primaire proces van onze universiteit. Bijvoorbeeld een gebouw of gebouwdeel met onderwijsruimtes, kantoren of laboratoria.
Gezamenlijk gebruik van ruimten en faciliteiten stimuleert de onderlinge samenwerking en is efficiënt in vierkante meters. En het onderhoud is makkelijker. Uiteraard behoudt elke faculteit een basis voor de eigen gemeenschap.
De gebouwen in het midden van de campus worden gerenoveerd, zodat deze voor langere tijd inzetbaar blijven. Bij de verdere ontwikkeling van de campus streven we naar zo weinig mogelijk impact op het milieu. De ambitie is een CO2-neutrale en circulaire campus in 2030.
Door capaciteit en budget kunnen we niet alles tegelijk realiseren. We werken globaal in drie tranches:
Tot 2030 is vastgelegd wat we kunnen uitgeven aan de campus. Alle vragen, eisen en wensen worden continu structureel samengebracht en afgewogen.
De TU Delft kiest voor een integrale aanpak. Faculteiten en ondersteunende diensten zijn samen verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de campus en werken in ’co-ownership’ aan het beste resultaat binnen de gestelde kaders.
De komende jaren bouwen we stapsgewijs verder aan de campus. Kostenefficiënt en functioneel. Met steeds voor ogen: een prettige omgeving die baanbrekend onderzoek, hoogwaardig onderwijs en samenwerking met bedrijven mogelijk maakt en stimuleert. Met faciliteiten als winkels, voorzieningen op het gebied van sport, vrije tijd en cultuur, woningen en kinderopvang. Een plek voor innovatie, waar je de ziel en energie van de TU Delft ervaart. Nu en in de toekomst.